Inhoudsopgave


Titelpagina

Voorwoord

Inleiding

1. Wat is eenzaamheid?

1.1 Het begrip
1.2 Ontstaan van eenzaamheid

2. Hoe herken je eenzaamheid?

2.1 Verschillend per persoon
2.2 Kenmerken
2.3 Hulp bieden als buitenstaander

3. Waardoor wordt eenzaamheid veroorzaakt?

3.1 Soorten oorzaken
3.2 Coronavirus
3.3 Individualisatie

4. Welke groepen in de samenleving zijn kwetsbaar voor eenzaamheid?

4.1 Ouderen
4.2 Autisme
4.2.1 Pesten
4.2.2 Prikkels
4.3 LHBTI's

5. Is eenzaamheid een ziekte?

5.1 Het verborgen probleem
5.2 Dodelijkheid
5.3 Gevolgen van onderdrukking

Conclusie

Bronvermelding

Bijlage 1: Logboek

Bijlage 2: Procesverslag website

optie

1. Wat is eenzaamheid?


1.1 Het begrip

Eenzaamheid kan voelen als een soort zinloosheid, leegte of verdriet. Het is je niet verbonden voelen, met jezelf of met je omgeving. Vaak mist het gevoel van het hebben van een hechte of emotionele band met anderen. Ook kan het zijn dat je het contact mist met anderen en je graag iemand vaker zou willen spreken of zien, dan dat in werkelijkheid mogelijk is. In de meeste gevallen is eenzaamheid gebonden aan negatieve gevoelens, zoals het ervaren van psychische klachten die kunnen leiden tot lichamelijke problemen.


1.2 Ontstaan van eenzaamheid

Eenzaamheid is het gevoel dat ervoor zorgt dat je let op het behouden van sociale benodigdheden. Wanneer je te weinig sociale interacties hebt, ga je je eenzaam voelen. Als reactie van jouw lichaam op dit soort prikkel ga je op zoek naar interacties met anderen, om op die manier het gevoel te onderdrukken.

Eenzaamheid bestaat al sinds het begin van de mensheid. De rede dat onze hersenen ons zo laten voelen wanneer we geen sociale interacties hebben, is omdat sociaal contact heel vroeger noodzakelijk was om te kunnen overleven. In die vroege jaren van de mensheid bestonden de samenlevingsgroepen uit 50 tot 150 personen, waarmee ze hun hele leven samen waren. Binnen zo’n samenlevingsgroep waren de taken goed verdeeld. Zo jaagde de ene en verbouwde de ander gewassen, alles werd gedeeld met elkaar. Om te overleven was het dus nodig om goed overweg te kunnen met elkaar. Ons brein is toen gaan ontwikkelen om de gevoelens van anderen te kunnen begrijpen, daarop kunnen inleven en zo dus een sociale band op te bouwen en in het grote plaatje van de groep te passen. Om te voorkomen dat je buiten de groep te vallen kwam, heeft ons brein iets bedacht, namelijk: “social pain”, ofwel “sociale pijn”.2 Een lichamelijke prikkel de zorgt voor het actief letten op de verbinding tussen anderen en als het niet lukt een verbinding te maken, blijft deze prikkel aanwezig. Deze pijn veroorzaakte het gevoel dat wij nu kennen als eenzaamheid. Het zou ervoor gezorgd moeten hebben dat men zich zou aanpassen om niet afgekeurd te worden door de groep.